Lantaarnpalen langs snelwegen gaan ’s avonds en ’s nachts weer aan, maar alleen als dat niet leidt tot verstoring van beschermde diersoorten. Dat meldt minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur.
Sinds het voorjaar van 2013 gaan op sommige snelwegen ’s avonds na 21.00 uur of na 23.00 uur de lampen uit. De wegen waar dat gebeurt zijn bij elkaar zo’n 550 kilometer lang.
In het regeerakkoord is al afgesproken dat de maatregel zou worden teruggedraaid op plaatsen waar de verkeersveiligheid erbij gebaat is dat de verlichting de hele nacht blijft branden. Nieuw onderzoek wijst uit dat verlichting in het algemeen zowel de verkeersveiligheid als de beleving daarvan verbetert.
Voor Van Nieuwenhuizen is dat reden genoeg de lampen weer aan te laten. “Daarbij dien ik wel rekening te houden met de Wet natuurbescherming”, aldus de minister. Die wet verbiedt activiteiten die leiden tot het opzettelijk verstoren van beschermde diersoorten.
Daarom moet eerst in kaart worden gebracht welke soorten zich waar bevinden en waar sprake kan zijn van ongeoorloofde verstoring. Dat onderzoek neemt naar verwachting ongeveer een halfjaar in beslag.
Als een mogelijk "knelpunt" wordt gevonden, is aanvullend onderzoek nodig dat tot een jaar kan duren. Dat kan ertoe leiden dat eerst aanvullende maatregelen getroffen moeten worden om hinder voor dieren te voorkomen. De kosten daarvan worden afgewogen tegen de voordelen voor de veiligheid.